Strafrechtspleging - Voorlopige hechtenis - Recht op bijstand van een advocaat vanaf het eerste politieverhoor
Bij arrest nr. 201/2011 van 22 december 2012 heeft het Grondwettelijk Hof het beroep tot vernietiging van de art. 2, 4, 5, 6 en 9 van de wet van 13 augustus 2011 «tot wijziging van het Wetboek van strafvordering en van de wet van 20 juli 1990 betreffende de voorlopige hechtenis, om aan elkeen die wordt verhoord en aan elkeen wiens vrijheid wordt benomen rechten te verlenen, waaronder het recht om een advocaat te raadplegen en door hem te worden bijgestaan» (de zogenaamde Salduz-wet), verworpen. De grieven van de verzoeker hadden betrekking op de mogelijkheid dat voortaan de duur van de effectieve vrijheidsbeneming tijdens welke nog geen bevel tot aanhouding wordt betekend, 24 uur kan overschrijden. Het Grondwettelijk Hof was van oordeel dat de nieuwe regeling geen afbreuk doet aan het recht op een eerlijk proces.