Onderwijs - Vlaamse Gemeenschap - Brussel-Hoofdstad - Voorrangsrecht - Leerlingen met thuistaal Nederlands

Bij arrest nr. 7/2012 van 18 januari 2012 heeft het Grondwettelijk Hof uitspraak gedaan over het beroep tot vernietiging dat door de Franse Gemeenschapsregering was ingediend tegen art. VIII.11 van het decreet van de Vlaamse Gemeenschap van 9 juli 2010 betreffende het onderwijs XX. De bestreden bepalingen verlenen in het onderwijs georganiseerd door de Vlaamse Gemeenschap in Brussel-Hoofdstad, een voorrang aan leerlingen die in het gezin met minstens één ouder Nederlands spreken. Het decreet verhoogt ook het percentage leerlingen dat die voorrang kan genieten tot 55 %, en laat toe dat het lokaal overlegplatform Brussel dat percentage kan verhogen. De grieven van de Franse Gemeenschapsregering waren afgeleid uit de schending van de bevoegdheidsverdelende regels en van de rechten en vrijheden. Het Hof heeft het beroep verworpen, onder het voorbehoud dat het lokaal overlegplatform Brussel de beslissing om een voorrangspercentage vast te stellen dat hoger is dan 55 %, enkel kan nemen in uitzonderlijke omstandigheden op grond van objectieve en gemotiveerde gegevens die die noodzaak aantonen. Gelet op het feit dat in het tweetalige gebied Brussel-Hoofdstad schoolplichtige kinderen woonachtig zijn van wier ouders noch het Nederlands, noch het Frans als thuistaal hebben, dient het lokaal overlegplatform er ook over te waken dit percentage niet op een zodanig hoog niveau te bepalen dat de scholen die afhangen van de Vlaamse Gemeenschap niet zouden zijn gehouden een billijk deel van die kinderen op te vangen.

p 1148 | 7/2012 | | Grondwettelijk Hof