Betwiste belastingen - Schorsing verjaring

Krachtens het nieuwe art. 443ter, § 1, WIB (Programmawet 2003) schorst ieder rechtsgeding met betrekking tot de invordering van de belastingen de verjaring. Aangezien deze bepaling geen retroactieve werking heeft, loste de wetgever het probleem van de stuiting van de verjaring voor betwiste belastingen enkel op voor de toekomst. In een arrest van 22 september 2011 oordeelt het Hof van Cassatie thans dat de fiscus een beroep kan doen op de schorsingsgrond van art. 2251 BW. De principiële onmogelijkheid voor de belastingontvanger om krachtens art. 410 WIB betaling te verkrijgen van een betwiste belastingschuld heeft tot gevolg dat de verjaring op grond van art. 2251 BW wegens wettelijke verhindering wordt geschorst (Cass. F.10.0052.N 22 september 2011, met conclusie van advocaat-generaal D. Thijs; zie hierover ook o.m. B. Vanermen, «De verjaring van betwiste belastingen: een stand van zaken», RW 2005-06, 561-570).

p 331 | F.10.0052.N | | Hof van Cassatie