Huwelijksverbod tussen gewezen schoonouders en schoonkinderen

In een arrest van 13 september 2005 inzake B. en L. t/ V.K. heeft het Europees Hof voor de Rechten van de Mens geoordeeld dat een huwelijksverbod tussen gewezen schoonouders en schoonkinderen het recht om te huwen, gewaarborgd in art. 12 E.V.R.M., schendt indien tussen gewezen schoonouder en schoonkind gezinsleven bestaat. Het is niet voldoende dat door de overheid dispensatie van het huwelijksverbod kan worden verleend en dat het huwelijk mogelijk is zonder dispensatie, indien de (ex-)echtgenoten van zowel schoonouder als schoonkind zijn overleden.

Wellicht is het Belgische absolute huwelijksverbod tussen gewezen schoonouders en schoonkinderen (art. 161 B.W.) daarom niet in overeenstemming met art. 12 E.V.R.M.

p 320 | | | EHRM