Cassatie - Voorziening - Tuchtzaken - Advocaat bij het Hof van Cassatie

In het arrest nr. 160/2012 van 20 december 2012 antwoordt het Grondwettelijk Hof op een prejudiciële vraag van het Hof van Cassatie dat art. 9, § 7, vierde lid van de kaderwet betreffende de dienstverlenende intellectuele beroepen, gecodificeerd bij KB van 3 augustus 2007, art. 10 en 11 Gw. niet schendt, in zoverre die bepaling het optreden van een advocaat bij het Hof van Cassatie oplegt. Wanneer de wetgever in de mogelijkheid voorziet om cassatieberoep in te stellen tegen de tuchtbeslissingen van een kamer van beroep van een beroepsinstituut, is hij niet verplicht om het instellen van dat cassatieberoep te onderwerpen aan dezelfde ontvankelijkheidsvoorwaarden als het instellen van een cassatieberoep in strafzaken.

p 919 | 160/2012 | | Grondwettelijk Hof