Rechterlijke macht - Hoge Raad voor de Justitie - Benoemingscommissie - Voordracht - Geheime stemming
Art. 259bis-8 en 259ter Ger.W. schenden art. 10 en 11 Gw. niet, zo luidt het arrest nr. 23/2013 van 28 februari 2013 van het Grondwettelijk Hof. Rekening houdend met de aard, de samenstelling en de werking van de benoemingscommissie binnen de Hoge Raad voor de Justitie, met de waarborgen die de wetgever daarbij reeds heeft ingebouwd, onder meer op het stuk van de onafhankelijkheid van de leden ervan, alsook rekening houdend met de te motiveren voordrachtbeslissing die die commissie neemt ten aanzien van kandidaat-magistraten, is het niet zonder redelijke verantwoording dat de wetgever het niet nodig heeft geacht de geheime stemming op te leggen.
p 1199
| 23/2013
|
| Grondwettelijk Hof