Cassatie - Voorziening - Fiscale zaken - Ondertekening door advocaat

In het arrest nr. 161/2013 van 21 november 2013 is het Grondwettelijk Hof van oordeel dat art. 378 WIB1992 art. 10 en 11 Gw. niet schendt in zoverre het de verplichting oplegt dat de voorziening in cassatie van een belastingplichtige tegen een arrest dat inzake inkomstenbelastingen is gewezen, wordt ingesteld bij een verzoekschrift dat door een advocaat is ondertekend en neergelegd. Wegens het ingewikkelde karakter van die materie en om te voorkomen dat bij het Hof van Cassatie een groot aantal beroepen worden ingesteld die niet ontvankelijk zijn of kennelijk elke grondslag missen, is het verantwoord dat die verplichting wordt opgelegd. Het Grondwettelijk Hof aanvaardt daarentegen dat de bevoegde ambtenaar van de belastingadministratie, die ter zake gespecialiseerd is, met name wegens zijn aanvullende opleiding, een verzoekschrift tot cassatie zelf kan ondertekenen. De betrokken maatregel doet niet op onevenredige wijze afbreuk aan de rechten van de belastingplichtige, omdat die, hoewel hij het verzoekschrift niet zelf mag ondertekenen, niettemin is vrijgesteld van de verplichting een beroep te doen op het optreden van een advocaat bij het Hof van Cassatie.

p 759 | 161/2013 | | Grondwettelijk Hof