Wegverkeer - Onmiddellijke intrekking van het rijbewijs - Verlenging van de intrekking - Leemte in de wet

In het arrest nr. 52/2014 van 27 maart 2014 acht het Grondwettelijk Hof het niet verantwoord dat het rijden zonder rijbewijs wanneer dat onmiddellijk is ingetrokken door het openbaar ministerie, bij art. 30, ยง 3 van de Wegverkeerswet strafrechtelijk wordt bestraft, maar dat het rijden zonder rijbewijs tijdens de periode gedurende welke de onmiddellijke intrekking van het rijbewijs door de politierechter is verlengd, strafrechtelijk niet wordt bestraft. Die discriminatie vindt haar oorsprong echter niet in de voormelde bepaling, maar in een leemte in de wetgeving, die overeenkomstig het wettigheidsbeginsel in strafzaken alleen de wetgever kan verhelpen.

p 1399 | 52/2014 | | Grondwettelijk Hof