Raad van State - Dwangsom - Gewone rechtscolleges - Geen uitspraak over subjectieve rechten

Art. 36 RvS-Wet, vóór de wijziging ervan bij art. 12 van de wet van 19 januari 2014, houdt geen schending in van art. 10 en 11 Gw., gelezen in samenhang met art. 144 en 145 Gw. alsook met art. 6 en 13 EVRM, zo oordeelt het Grondwettelijk Hof in het arrest nr. 56/2014 van 27 maart 2014. Door het opleggen van een dwangsom doet de Raad van State geen uitspraak over subjectieve rechten. De loutere omstandigheid dat de procedureregels inzake het opleggen van een dwangsom verschillen van die welke gelden voor de gewone rechtscolleges, doet niet op onevenredige wijze afbreuk aan de rechten van de betrokken rechtzoekenden.

p 1399 | 56/2014 | | Grondwettelijk Hof