Belastingen - Fiscale fraude - Strafvordering - Administratieve sanctie - Non bis in idem

Met het arrest nr. 61/2014 van 3 april 2014 vernietigt het Grondwettelijk Hof, wegens schending van het beginsel non bis in idem, art. 3, 4 en 14 van de wet van 20 september 2012 tot instelling van het «una via»- principe in de vervolging van overtredingen van de fiscale wetgeving en tot verhoging van de fiscale penale boetes. Die bepalingen staan immers toe dat de belastingplichtige strafrechtelijk wordt vervolgd voor feiten die in wezen dezelfde zijn als die waarvoor hij reeds met een administratieve sanctie is veroordeeld (door het opleggen van een geldboete of een belastingverhoging). Indien evenwel, nadat de administratieve sanctie een definitief karakter heeft gekregen, nieuwe feiten zouden opduiken die aangeven dat de omvang van de fraude groter is dan de aanvankelijk ontdekte fraude, zou het beginsel non bis in idem zich er niet tegen verzetten dat strafvervolgingen worden ingesteld tegen de betrokken belastingplichtige, voor zover het niet zou gaan om feiten die in wezen identiek zijn aan die waarvoor hij het voorwerp heeft uitgemaakt van de administratieve sanctie.

p 1519 | 61/2014 | | Grondwettelijk Hof