Marktpraktijken - Toepassingsgebied - Uitsluiting van beoefenaren en een vrij beroep - Vernietiging

In de prejudicële arresten nrs. 55/201l en 192/2011 van 6 april respectievelijk 15 december 2011 had het Grondwettelijk Hof reeds geoordeeld dat enkele bepalingen van de wet van 6 april 2010 betreffende marktpraktijken en consumentenbescherming art. 10 en 11 Gw. schenden in zoverre zij tot gevolg hebben dat de beoefenaren van een vrij beroep (alsook de tandartsen en kinesisten) van het toepassingsgebied van die wet zijn uitgesloten. Een dergelijke vaststelling opent een nieuwe termijn van zes maanden voor het indienen van een beroep tot vernietiging van de ongrondwettig bevonden bepalingen (art. 4, tweede lid, van de bijzondere wet van 6 januari 1989 op het Grondwettelijk Hof). Op verzoek van enkele belanghebbende partijen, waaronder het Beroepsinstituut van vastgoedmakelaars, vernietigd het Hof met arrest nr. 99/2013 van 19 juli 2013 art. 2, 2° en art. 3, § 2 van de wet van 6 april 2010. Ten aanzien van zowel de beoefenaren van een vrij beroep als de andere ondernemingen dient bijgevolg op gelijke wijze hun gedrag op de economische markten in juiste banen te worden geleid, dient de goede werking van het concurrentiespel te worden verzekerd en dienen de belangen van de concurrenten en de afnemers van goederen en diensten te worden beschermd.

p 160 | 99/2013 | | Grondwettelijk Hof