Gerechtskosten - Rechtplegingsvergoeding - Ambtenaar van de burgerlijke stand - Beroep tegen weigeringsbeslissing om een huwelijk te voltrekken

Wanneer de ambtenaar van de burgerlijke stand tot het besluit komt dat de huwelijkskandidaten een schijnhuwelijk pogen aan te gaan, dient hij op grond van art. 167, eerste lid, BW de voltrekking van het huwelijk te weigeren. Wanneer de huwelijkskandidaten op grond van art. 167, laatste lid BW bij de rechtbank van eerste aanleg beroep tegen de weigeringsbeslissing aantekenen, wordt de ambtenaar van de burgerlijke stand daardoor partij in een gerechtelijk procedure.

In het arrest nr. 123/2013 van 26 september 2013 oordeelt het Grondwettelijk Hof dat de ambtenaar van de burgerlijke stand in dat geval niet in de rechtsplegingsvergoeding mag worden verwezen. Het verschil in statuut van de ambtenaren en van de leden van het openbaar ministerie kan niet volstaan om het in het geding zijnde verschil in behandeling te verantwoorden. Zoals de leden van het openbaar ministerie hun vordering in volle onafhankelijkheid moeten kunnen uitoefenen, zonder rekening te houden met met het financiƫle risico verbonden aan het proces, moeten de ambtenaren van de burgerlijke stand de beslissingen uit hoofde van hun functie kunnen nemen zonder rekening te houden met het financiƫle risico verbonden aan een procedure die tegen zulke beslissingen wordt ingesteld.

p 358 | 123/2013 | | Grondwettelijk Hof