Belastingen - Vereffening vennootschap - Liquidatiebonus - Verhoging tarief

Met het arrest nr. 162/2014 van 6 november 2014 verwerpt het Grondwettelijk Hof de beroepen tot vernietiging van de bepalingen van de programmawet van 28 juni 2013 die, met ingang van 1 oktober 2014, art. 171 en 269 WIB1992 wijzigen. Door die wijziging moet diegene die een (als dividend beschouwde) uitkering ontvangt bij de gedeeltelijke verdeling ingevolge overlijden, uittreding of uitsluiting van een vennoot of bij de gehele verdeling van het maatschappelijk vermogen van een vennootschap, hierop een belasting van 25 % betalen, in plaats van 10 % voordien. De uitkerende vennootschap houdt een roerende voorheffing in ten belope van dat percentage op de als dividenden aangemerkte uitkeringen. De bestreden tariefverhoging houdt geen schending in van het gelijkheidsbeginsel en beperkt evenmin op onevenredige wijze het eigendomsrecht.

p 598 | 162/2014 | | Grondwettelijk Hof