Rechterlijke organisatie - Gerechtelijk arrondissement Brussel - Hervorming

Met het arrest nr. 96/2014 van 30 juni 2014 verwerpt het Grondwettelijk Hof grotendeels de beroepen tot vernietiging van de wet van 19 juli 2012 betreffende de hervorming van het gerechtelijk arrondissement Brussel. Het Hof vernietigt enkel art. 57, 5° van deze wet. Die bepaling vereiste dat de procureur des Konings en de arbeidsauditeur van het administratief arrondissement Brussel-Hoofdstad aan de hand van hun diploma aantonen dat zij geslaagd zijn voor de examens van doctor, licentiaat of master in de rechten in de Franse taal en dat de adjunct-procureur des Konings en de adjunct-arbeidsauditeur van hetzelfde arrondissement aan de hand van hun diploma aantonen dat zij geslaagd zijn voor dezelfde examens in de Nederlandse taal. Mede gelet op het feit dat de procureur des Konings en de arbeidsauditeur van het administratief arrondissement Brussel-Hoofdstad hun ambt uitoefenen in een administratief arrondissement waarvan het grondgebied overeenstemt met het tweetalige gebied Brussel-Hoofdstad, is het volgens het Hof niet redelijk verantwoord dat een persoon die zijn diploma in het Nederlands heeft behaald, niet in aanmerking komt voor dat ambt en dat een persoon die zijn diploma in het Frans heeft behaald, niet in aanmerking komt voor het ambt van adjunct-procureur des Konings en van adjunct-arbeidsauditeur in dat arrondissement.

Het Hof wijst er ook op dat de procureur des Konings en de arbeidsauditeur in het administratief arrondissement Brussel-Hoofdstad worden voorgedragen door de Franstalige benoemings- en aanwijzingscommissie van de Hoge Raad voor de Justitie, terwijl de korpschefs van de Nederlandstalige en Franstalige rechtbanken van het gerechtelijk arrondissement Brussel door de verenigde benoemings- en aanwijzingscommissie worden voorgedragen, ofschoon die rechtbanken uit Nederlandstalige respectievelijk Franstalige magistraten bestaan en het parket en het arbeidsauditoraat van Brussel zowel Nederlandstalige als Franstalige magistraten tellen. Ook dat is volgens het Hof een discriminatie die evenwel niet voortvloeit uit de bestreden wet, maar uit een andere wetsbepaling die aan die wet niet was aangepast.

p 39 | 96/2014 | | Grondwettelijk Hof