Aansprakelijkheid van de Staat - Foutieve rechterlijke beslissing - Gekwalificeerde schending

In het arrest nr. 99/2014 van 30 juni 2014 oordeelt het Grondwettelijk Hof dat art. 1382 BW art. 10 en 11 Gw. schendt indien het in die zin wordt geïnterpreteerd dat het belet dat de Staat aansprakelijk kan worden gesteld wegens een fout begaan in de uitoefening van de rechtsprekende functie door een rechterlijke instantie die in laatste aanleg uitspraak heeft gedaan, zolang die beslissing niet is ingetrokken, herroepen, gewijzigd of vernietigd, zelfs al bestaat die fout in een voldoende gekwalificeerde schending van de toepasselijke rechtsregels en zelfs al maakt die fout, gelet op de beperkte rechtsmiddelen die tegen de genoemde beslissing openstaan, het niet mogelijk de vernietiging ervan te verkrijgen.

Dezelfde bepaling schendt niet art. 10 en 11 Gw., al dan niet in samenhang gelezen met art. 6 en 13 EVRM, indien zij in die zin wordt geïnterpreteerd dat zij niet belet dat de Staat aansprakelijk kan worden gesteld wegens een fout begaan in de uitoefening van de rechtsprekende functie door een rechterlijke instantie die in laatste aanleg uitspraak heeft gedaan, zolang die beslissing niet is ingetrokken, herroepen, gewijzigd of vernietigd, wanneer die fout bestaat in een voldoende gekwalificeerde schending van de toepasselijke rechtsregels en wanneer die fout, gelet op de beperkte rechtsmiddelen die tegen de genoemde beslissing openstaan, het niet mogelijk maakt de vernietiging ervan te verkrijgen.

p 39 | 99/2014 | | Grondwettelijk Hof