Rechten van de mens - Recht op vrijheid van meningsuiting - Persvrijheid - Bronnengeheim
In het arrest nr. 91/2006 van 7 juni 2006 heeft het Arbitragehof in art. 2, 1°, van de wet van 7 april 2005 tot bescherming van de journalistieke bronnen de woorden «journalisten, dus» en «als zelfstandige of loontrekkende werkzaam is, alsook iedere rechtspersoon, en die regelmatig» vernietigd. Het gevolg hiervan is dat, volgens de resterende bewoordingen van die bepaling, het recht om zijn informatiebronnen te verzwijgen toekomt aan «eenieder die een rechtstreekse bijdrage levert tot het verzamelen, redigeren, produceren of verspreiden van informatie voor het publiek via een medium». Uit de vrijheid van meningsuiting en de persvrijheid vloeit immers een recht op geheimhouding van zijn informatiebronnen voort voor eenieder die journalistieke activiteiten uitoefent, zodat het niet kan worden ontzegd aan diegenen die hun journalistieke activiteiten niet als zelfstandige of loontrekkende uitoefenen, noch aan diegenen die die activiteiten niet op regelmatige wijze uitoefenen. Voor het overige heeft het Hof de beroepen tot vernietiging tegen de artikelen 4 en 7 van de voornoemde wet verworpen.