Onderwijspersoneel - Taalkennisvereiste - Randgemeenten - Bevoegdheid

Art. 19quater van het decreet van de Vlaamse Gemeenschap van 27 maart 1991 betreffende de rechtspositie van sommige personeelsleden van het gesubsidieerd onderwijs en de gesubsidieerde centra voor leerlingenbegeleiding bepaalt de vereiste taalkennis van het onderwijspersoneel. In het arrest nr. 28/2015 van 12 maart 2015 oordeelt het Grondwettelijk Hof dat die bepaling art. 129, § 2 Gw. schendt in zoverre zij van toepassing is op de personeelsleden van een Franstalige basisschool die behoort tot het gesubsidieerd vrij onderwijs en die gevestigd is in een gemeente met een bijzonder taalstatuut. De bevoegdheid om de taalkennis te regelen is in beginsel immers het uitvloeisel van de bevoegdheid om het gebruik van de talen te regelen. Aangezien de bevoegdheid om het gebruik van de talen te regelen voor het onderwijs in de onderwijsinstellingen die zijn opgericht, gesubsidieerd of erkend door de overheid en die gevestigd zijn in de gemeenten met een bijzonder taalstatuut, krachtens art. 129, § 2 Gw. aan de federale wetgever toekomt, is de decreetgever niet bevoegd om de in het geding zijnde bepaling aan te nemen.

p 1358 | 28/2015 | | Grondwettelijk Hof