Gemeentelijke administratieve sancties - Tijdelijk plaatsverbod - Verlaging leeftijdgrens

Met het arrest nr. 44/2015 van 23 april 2015 verwerpt het Grondwettelijk Hof de beroepen tot vernietiging van de wet van 24 juni 2013 betreffende de gemeentelijke administratieve sancties (GAS-wet), onder voorbehoud evenwel van een aantal grondwetconforme interpretaties. De beroepen waren ingesteld door onder meer verenigingen, vakbonden en natuurlijke personen. Hun grieven hadden betrekking op de administratieve sancties en straffen die de gemeenteraden kunnen bepalen en op het tijdelijk plaatsverbod dat de burgemeester kan opleggen. Zij voerden zowel een schending aan van de bevoegdheidsverdelende regels (in zoverre de sancties voor bepaalde verkeersovertredingen kunnen worden opgelegd) als van een aantal grondrechten (waaronder het strafrechtelijk wettigheidsbeginsel, het recht op eerbiediging van het privéleven, de behoorlijke rechtsbedeling, de rechten van het kind en de vrijheid van beweging). Het Hof is onder meer van oordeel dat de verlaging van de leeftijdgrens van zestien naar veertien jaar voor het opleggen van een gemeentelijke administratieve sanctie de rechten van minderjarigen niet schendt, onder voorbehoud dat de minderjarige het recht heeft om te worden gehoord. Met het arrest nr. 45/2015 van dezelfde datum verwerpt het Hof, in gelijkluidende bewoordingen, ook het beroep tot vernietiging van de wet van 19 juli 2013 die beoogt de Jeugdbeschermingswet in overeenstemming te brengen met de GAS-wet.

p 1558 | 44/2015 | | Grondwettelijk Hof