Vlaamse Wooncode - Woonkwaliteit - Studentenkamers - Legaliteitsbeginsel

Met het arrest nr. 47/2015 van 30 april 2015 verwerpt het Grondwettelijk Hof het beroep tot gedeeltelijke vernietiging van het decreet van het Vlaamse Gewest van 29 maart 2013 houdende wijziging van diverse decreten wat de woonkwaliteitsbewaking betreft. De aangevochten bepalingen hadden betrekking op met name de woonkwaliteit van studentenkamers. Het Hof stelt vast dat de daarin vervatte delegatie aan de uitvoerende macht niet strijdig is met het wettigheidsbeginsel. Het Hof voert een aanzienlijk strengere toetsing door ten aanzien van strafrechtelijke bepalingen (art. 12 en 14 Gw.) dan wanneer enkel het wettigheidsbeginsel inzake sociale grondrechten, waaronder het recht op een behoorlijke huisvesting, in het geding is (art. 23 Gw.). De decreetgever heeft enerzijds voldoende het onderwerp aangegeven van de maatregelen die inzake het recht op een behoorlijke huisvesting ten uitvoer dienen te worden gelegd en heeft anderzijds de essentiële elementen van de strafbaarstelling zelf vastgesteld. Het Hof stelt evenmin een schending van het gelijkheidsbeginsel vast en acht zich niet bevoegd om rechtstreeks te toetsen aan het rechtszekerheids- en vertrouwensbeginsel.