Koop - Doorverkoop - Toegangsbewijzen - Culturele en sportieve evenementen - Vrijheid van ondernemen - Consumentenbescherming

Met het arrest nr. 50/2015 van 30 april 2015 verwerpt het Grondwettelijk Hof het beroep tot gedeeltelijke vernietiging van de wet van 30 juli 2013 betreffende de verkoop van toegangsbewijzen tot evenementen. De bestreden bepalingen strekken ertoe de toegankelijkheid van culturele en sportieve evenementen te waarborgen door de doorverkoop van toegangsbewijzen aan banden te leggen en aldus de uitwassen van de vrije marktwerking op de zogenaamde secundaire markt tegen te gaan. Die secundaire markt ontstaat wanneer de prijs die de oorspronkelijke verkoper voor het toegangsbewijs aanrekent beduidend lager ligt dan de prijs die door de vrije marktwerking wordt bepaald. In dergelijke omstandigheden, wanneer de oorspronkelijke verkoper door de democratisering van de verkoopprijs van toegangsbewijzen zelf de vrije marktwerking corrigeert, behoort het tot de opdracht van de overheid om ervoor te zorgen dat de ethische bekommernis van de oorspronkelijke verkoper niet door een zuiver economische afweging terzijde wordt geschoven op de zogenaamde secundaire markt. Uit de rechtspraak van het Hof van Justitie blijkt dat de bescherming van de consumenten een dwingende reden van algemeen belang is, die een beperking van het vrij verrichten van diensten kan verantwoorden. Het Grondwettelijk Hof stelt vast dat de bestreden bepalingen geschikt zijn om het gestelde doel te bereiken en niet verder gaan dan noodzakelijk is om dat doel te bereiken.

p 1559 | 50/2015 | | Grondwettelijk Hof