Onroerend erfgoed - Beschermd monument - Compensatie - Machtiging tot toegang - Fotoregistratie - Subsidies
Met het arrest nr. 132/2015 van 1 oktober 2015 vernietigt het Grondwettelijk Hof de laatste zin van art. 6.1.2 van het Vlaamse decreet van 12 juli 2013 betreffende het onroerend erfgoed, dat in de mogelijkheid voorzag voor de erfgoedgoedambtenaren om de machtiging tot bezoek van een (mogelijk) monument te vragen «bij eenzijdig verzoekschrift overeenkomstig artikel 1025 tot en met 1034 van het Gerechtelijk Wetboek». Het Hof handhaaft de gevolgen van de vernietigde bepaling ten aanzien van de vóór de datum van het arrest door de voorzitter van de rechtbank van eerste aanleg gegeven machtigingen.
Voor het overige verwerpt het Hof de aangevoerde middelen, onder voorbehoud evenwel dat het decreet, dat niet in een compensatieregeling voorziet, aldus wordt geïnterpreteerd dat het de rechter niet verhindert om, in het kader van een concreet beschermingsbesluit, te onderzoeken of op grond van het beginsel van de gelijkheid van de burgers voor de openbare lasten een vergoeding moet worden toegekend. De verplichte fotoregistratie dient conform het recht op eerbiediging van het privéleven aldus te worden geïnterpreteerd dat zij slechts betrekking heeft op de toestand van het beschermde goed, met uitsluiting van elementen die tot de privésfeer behoren. De subsidieregeling voor restauratiewerkzaamheden is niet discriminerend in zoverre zij particulieren en overheden verschillend behandelt.