Rechterlijke organisatie - Magistratuur - Mobiliteit - Onafhankelijkheid

Met het arrest nr. 139/2015 van 15 oktober 2015 vernietigt het Grondwettelijk Hof art. 152 van de wet van 1 december 2013 tot hervorming van de gerechtelijke arrondissementen en tot wijziging van het Gerechtelijk Wetboek met het oog op een grotere mobiliteit van de leden van de rechterlijke orde. Die bepaling regelt de benoeming van rechtswege van de magistraten die vóór de inwerkingtreding van de nieuwe wet waren benoemd bij verschillende rechtbanken, maar zij doet een onverantwoord verschil in behandeling ontstaan. Het Hof handhaaft evenwel de gevolgen van de vernietigde bepaling tot de inwerkingtreding van de door de wetgever aan te nemen nieuwe regeling en uiterlijk tot 31 augustus 2016.

Het Hof verwerpt de beroepen tot vernietiging in zoverre zij tegen andere bepalingen van dezelfde wet werden ingesteld. Art. 152 Gw., dat ertoe strekt de onafhankelijkheid van de rechter tegenover de andere staatsmachten te beschermen, verhindert de wetgever niet om hervormingen door te voeren die een betere rechtsbedeling beogen, waaronder een grotere mobiliteit van magistraten (ook zonder hun toestemming). Het Hof oordeelt onder meer dat alle beslissingen die door de korpschefs worden genomen over zowel de interne als de externe mobiliteit van magistraten, niet alleen moeten worden gemotiveerd, maar ook de nadere regels voor de toepassing van de mobiliteit moeten omschrijven.

p 398 | 139/2015 | | Grondwettelijk Hof