Rechterlijke organisatie - Samenstelling gerechtelijke organen - Gerechtspersoneel - Griffiers
Met het arrest nr. 140/2015 van 15 oktober 2015 verwerpt het Grondwettelijk Hof het beroep tot vernietiging van een aantal bepalingen van de wetten van 10 en 25 april en van 8 mei 2014 die betrekking hebben op de samenstelling van sommige organen van het Instituut voor de gerechtelijke opleiding, de samenstelling van de Algemene Raad van de partners van de Rechterlijke Orde, de geldelijke loopbaan van het gerechtspersoneel en het mandatensysteem voor de hoofdgriffiers, de vaststelling van de wedde van de griffier op grond van de weging van zijn functie, de evaluatie van de hoofdgriffier en de verlofregeling van de griffier. Gelet op de verschillen in aard tussen de rol van de magistraten van de zetel en van het openbaar ministerie, enerzijds, en die van de griffiers, anderzijds, is het niet zonder redelijke verantwoording dat in de betrokken aangelegenheden in een specifieke regeling wordt voorzien voor de magistraten van de zetel en voor de magistraten van het openbaar ministerie, maar niet voor de griffiers.