Handelspraktijken - Sperperiode - Bescherming van consument

Krachtens art. 53, § 1, eerste lid Handelspraktijkenwet van 14 juli 1991, zoals in dit geval van toepassing, is het gedurende de sperperiode verboden aankondigingen van prijsverminderingen alsook aankondigingen die een prijsvermindering suggereren, te verrichten. Krachtens art. 53, § 1, derde lid, van dezelfde wet is het verboden om aankondigingen evenals suggesties van prijsverminderingen te verrichten die uitwerking hebben gedurende deze sperperiode.

Met verwijzing naar een beschikking van het Hof van Justitie van de Europese Unie van 15 december 2011 (zaak C-126/1) beslist het Hof van Cassatie in een arrest van 29 oktober 2015 dat de wetgever, naast de economische belangen van de concurrenten, beoogde de consument te beschermen en in te lichten door de voorzichtigheid en de juistheid te verzekeren van de prijzen zoals die onmiddellijk vóór en tijdens de opruimingsperiodes worden toegepast. Hieruit volgt, aldus het Hof, dat art. 53, § 1 Handelspraktijkenwet van 14 juli 1991 ook beoogt de consument te beschermen en dat de krachtens die bepaling verboden aankondigingen en prijsverminderingen en suggesties niet buiten het toepassingsgebied vallen van Richtlijn 2005/29/EG betreffende oneerlijke handelspraktijken van ondernemingen.

p 480 | | | Hof van Cassatie