Telecommunicatie - Bewaring van gegevens - EU-Richtlijn - Privéleven - Bescherming van persoonsgegevens

De wet van 30 juli 2013 houdende wijziging van art. 2, 126 en 145 van de wet van 13 juni 2005 betreffende de elektronische communicatie en van art. 90decies Sv. vormt de gedeeltelijke omzetting van de Dataretentierichtlijn en van art. 15, eerste lid, van de Richtlijn betreffende privacy en elektronische communicatie. Bij een arrest van 8 april 2014 heeft de grote kamer van het Hof van Justitie van de Europese Unie in antwoord op prejudiciële vragen van het Hooggerechtshof van Ierland en het Grondwettelijk Hof van Oostenrijk (HvJ, C 293/12, Digital Rights Ireland Ltd en C 594/12, Kärntner Landesregierung e.a.) de Dataretentierichtlijn ongeldig verklaard. Met het arrest nr. 84/2015 van 11 juni 2015 vernietigt het Grondwettelijk Hof de bestreden wet om dezelfde redenen als die welke het Hof van Justitie ertoe hebben gebracht de Dataretentierichtlijn ongeldig te verklaren, namelijk omdat zij de grenzen heeft overschreden die worden opgelegd door de eerbiediging van het evenredigheidsbeginsel in het licht van art. 7, 8 en 52, eerste lid, van het Handvest van de grondrechten van de Europese Unie.

p 38 | 84/2015 | | Grondwettelijk Hof