Huisvesting - Sociale huurder - Samenwoning met asielzoeker - Gezinsleven

In het arrest nr. 91/2015 van 11 juni 2015 oordeelt het Grondwettelijk Hof dat art. 2, § 1, eerste lid, 34°, van de Vlaamse Wooncode art. 10, 11, 22 en 23 Gw. schendt in de interpretatie dat een asielzoeker die verblijft in de sociale huurwoning van zijn partner, met wie hij een duurzame relatie heeft, in afwachting van een beslissing over zijn asielaanvraag wordt beschouwd als een sociale huurder die de huurwoning op permanente wijze bewoont en daardoor is onderworpen aan de voorwaarden bepaald in art. 95, § 1, eerste en tweede lid, van de Vlaamse Wooncode. Dezelfde bepaling houdt geen schending in van de voormelde grondwettelijke bepalingen in de interpretatie dat dezelfde asielzoeker niet wordt beschouwd als een sociale huurder die de huurwoning op permanente wijze bewoont en daardoor niet onderworpen is aan de voorwaarden bepaald in art. 95, § 1, eerste en tweede lid, van de Vlaamse Wooncode.

p 38 | 91/2015 | | Grondwettelijk Hof