Wetten, decreten en besluiten - Belgisch Staatsblad - Elektronische bekendmaking - Begeleidende maatregelen

Bij de artikelen 472 tot 478 van de programmawet (I) van 24 december 2002 werd de papieren uitgave van het Belgisch Staatsblad vervangen door een elektronische bekendmaking via de internetsite van het Bestuur van het Belgisch Staatsblad. Bij zijn arrest nr. 106/2004 van 16 juni 2004 heeft het Arbitragehof de artikelen 474 en 475 van die wet vernietigd wegens schending van de artikelen 10 en 11 van de Grondwet, op grond van de overweging dat, ofschoon die vervanging verband hield met de door de wet nagestreefde doelstellingen en paste in de evolutie van de samenleving, die maatregel onevenredige gevolgen had ten nadele van bepaalde categorieën van personen, doordat hij niet gepaard ging met voldoende begeleidende maatregelen die een gelijke toegang tot de officiële teksten waarborgen. De wet van 20 juli 2005 houdende diverse bepalingen beoogt gevolg te geven aan het voormelde arrest. Daarbij wordt de publicatie via de internetsite behouden, maar bijkomend wordt een gratis telefonische hulpdienst opgericht en wordt de Koning opgedragen andere begeleidende maatregelen te nemen met het oog op een zo ruim mogelijke verspreiding van en toegang tot de in het Belgisch Staatsblad opgenomen informatie (artikelen 5 tot en met 7). In een beroep tot vernietiging tegen de wet van 20 juli 2005 voerden de verzoekers aan dat ook de nieuwe wet niet de gelijke toegang van de burgers tot het Belgisch Staatsblad waarborgt en dat informatie inhoudelijk moeilijk toegankelijk is. In zijn arrest nr. 10/2007 van 17 januari 2007 verwerpt het Arbitragehof het beroep. Het Hof benadrukt dat de nieuwe wet er niet alleen toe strekt de «help desk» van het Belgisch Staatsblad tot een instelling te verheffen, maar ook de gratis telefoondienst de taak oplegt om de burgers actief bijstand te verlenen bij het zoeken naar documenten, waarbij aan een vraag om informatie van de burgers binnen een korte termijn gevolg moet worden gegeven. Het Hof ziet ook een bijkomende waarborg in de opdracht die aan de Koning wordt gegeven om andere begeleidende maatregelen te nemen.