Advocaat - Ereloon - Verhaalbaarheid - Wet bestrijding betalingsachterstand handelstransacties

Na de arresten nr. 57/2006 en nr. 95/2006 werd het Arbitragehof opnieuw ondervraagd over de verhaalbaarheid van advocatenkosten, ditmaal in het raam van de wet van 2 augustus 2002 betreffende de bestrijding van de betalingsachterstand bij handelstransacties, die voorziet in een specifieke wettelijke regeling betreffende de terugbetaling van de kosten en honoraria van een advocaat, terwijl een dergelijke regeling niet bestaat bij andere transacties die niet onder het toepassingsgebied van de wet vallen. In zijn arrest nr. 16/2007 van 17 januari 2007 oordeelt het Hof dat het in de prejudiciƫle vragen aangeklaagde verschil in behandeling discriminerend is, maar dat die discriminatie niet gelegen is in de wet van 2 augustus 2002, maar in het ontbreken van een algehele oplossing betreffende de verhaalbaarheid van advocatenkosten waarin de wetgever diende te voorzien na het arrest van het Hof van Cassatie van 2 september 2004.

p 1059 | 16/2007 | | Arbitragehof