Strafuitvoering - Strafrechtelijk uitvoeringsonderzoek - Invordering vermogensstraffen

Met het arrest nr. 178 /2015 van 17 december 2015 spreekt het Grondwettelijk Hof zich uit over het beroep tot vernietiging van de wetten van 11 februari 2014 houdende diverse maatregelen ter verbetering van de invordering van de vermogensstraffen en de gerechtskosten in strafzaken (I) en (II). Die wetten voegen een nieuw hoofdstuk «strafrechtelijk uitvoeringsonderzoek» in het Wetboek van Strafvordering in. Het strafrechtelijk uitvoeringsonderzoek (hierna: «SUO») is een nieuw onderzoek in de fase van de uitvoering van een definitieve strafrechtelijke veroordeling, met het oog op de effectieve uitvoering van de geldboetes, verbeurdverklaringen en gerechtskosten. Het is een geheel van handelingen dat strekt tot de opsporing, de identificatie en de inbeslagneming van het vermogen waarop de veroordeling tot betaling van een geldboete, een bijzondere verbeurdverklaring of de gerechtskosten kan worden uitgevoerd. Het Hof vernietigt art. 464/27 Sv. dat de machtiging tot een observatie toestaat «ten aanzien van een woning of in een door deze woning omsloten eigen aanhorigheid», omdat die bepaling onvoldoende duidelijk aangeeft in welke omstandigheden en onder welke voorwaarden de inmenging in het recht op eerbiediging van het privéleven is toegestaan. Het Hof vernietigt art. 464/24, §§ 2 en 3 Sv. in zoverre de daarin vervatte medewerkingsplicht ook geldt voor de veroordeelde of voor derden die met de veroordeelde samenspannen, ten aanzien van wie er aanwijzingen zijn dat zij zich schuldig hebben gemaakt aan een ander misdrijf dan datgene dat geleid heeft tot de veroordeling waarop het SUO betrekking heeft. Het Hof vernietigt ten slotte ook art. 464/1, § 5, derde lid, laatste zin, Sv. omdat niet is voorzien in een beoordeling door een onafhankelijke en onpartijdige rechter van de weigering van het verzoek tot inzage van het dossier wanneer het SUO niet leidt of nog niet heeft geleid tot een inbeslagneming of tot de ontdekking van nieuwe strafbare feiten. Voor het overige verwerpt het Hof het beroep tot vernietiging, onder voorbehoud evenwel van enkele interpretaties.

p 880 | 178/2015 | | Grondwettelijk Hof