Raad van State - Bestuurlijke lus - Termijnregeling - Vordering tot schorsing - Mandaat ad litem - Belang (bij het middel) - Handhaving gevolgen - Rolrecht - Rechtsplegingsvergoeding
Met het arrest nr. 103/2015 van 16 juli 2015 vernietigt het Grondwettelijk Hof art. 13 van de wet van 20 januari 2014 houdende hervorming van de bevoegdheid, de procedureregeling en de organisatie van de Raad van State. Met deze bepaling werd de bestuurlijke lus voor de Raad van State ingevoerd. In een vroeger arrest (nr. 74/2014 van 8 mei 2014) had het Hof reeds de soortgelijke regeling voor de Raad voor vergunningsbetwistingen vernietigd. De bestuurlijke lus biedt het vergunningverlenende bestuur de mogelijkheid om in bepaalde omstandigheden, hangende het geding, een onregelmatigheid in de bestreden beslissing recht te zetten. Wat de andere aangevochten onderdelen van de hervormingswet betreft (de opschorting van de beroepstermijn, de vordering tot schorsing, het mandaat ad litem, het verlies van belang, het belang bij het middel, de handhaving van de gevolgen, de termijnverlenging, het rolrecht en de rechtsplegingsvergoeding), werden alle grieven verworpen, onder voorbehoud evenwel van enkele grondwetconforme interpretaties.