Cassatieberoep - Strafzaken - Advocaat met getuigschrift van opleiding in cassatieprocedures - Beroepstermijn
Met het arrest nr. 108/2015 van 16 juli 2015 verwerpt het Grondwettelijk Hof het beroep tot vernietiging van art. 25 tot 28, art. 31 en 50 van de wet van 14 februari 2014 m.b.t. de rechtspleging voor het Hof van Cassatie in strafzaken. Die bepalingen voeren o.m. de voorwaarde in dat een advocaat, om in strafzaken een cassatieberoep te mogen instellen, houder moet zijn van een getuigschrift van een opleiding in cassatieprocedures. Deze voorwaarde houdt volgens het Hof geen onevenredige beperking van het recht op toegang tot de rechter in. Het staat aan de overheden die zijn belast met de tenuitvoerlegging van de bestreden wet om, onder het toezicht van de bevoegde rechter, de maatregelen te nemen die nodig zijn opdat een voldoende aantal advocaten de vereiste opleiding kan volgen. Ook de termijn van vijftien dagen na de uitspraak om cassatieberoep in te stellen wordt niet onevenredig kort bevonden.