Internering - Beslissing tot internering - Cassatieberoep - Termijn

Met het arrest nr. 22/2016 van 18 februari 2016 vernietigt het Grondwettelijk Hof art. 79, § 1, eerste lid van de wet van 5 mei 2014 betreffende de internering van personen, dat bepaalt: «Het openbaar ministerie en de raadsman van de geïnterneerde persoon, desgevallend de veroordeelde, stellen het cassatieberoep in binnen een termijn van 48 uur, te rekenen vanaf de kennisgeving van het vonnis». De termijn om cassatieberoep in te stellen tegen de beslissingen van de kamer voor de bescherming van de maatschappij wordt te kort bevonden in het licht van art. 10 en 11 Gw., gelezen in samenhang met art. 5.4 en art. 6 EVRM. De overige grieven tegen de wet van 5 mei 2014 worden verworpen.