Buitencontractuele aansprakelijkheid - Mededingingsinbreuk - Verjaring - Stuiting

In mededingingszaken bestaat er enerzijds een administratiefrechtelijke procedure voor de handhaving van de mededingingsregels, gericht op de bestraffing van inbreuken met het oog op het algemeen belang, en anderzijds de burgerrechtelijke handhaving van deze regels, gericht op de vergoeding van de schade veroorzaakt door de schending van deze regels. In arrest nr. 38/2016 van 10 maart 2016 oordeelt het Grondwettelijk Hof dat art. 2262bis, § 1, tweede lid BW art. 10 en 11 Gw. schendt in zoverre de burgerlijke rechtsvordering tot vergoeding van de schade die uit een mededingingsinbreuk voortvloeit, kan verjaren vooraleer een in kracht van gewijsde gegane uitspraak het bestaan van een mededingingsinbreuk vaststelt.