Registratierechten - Meeneembaarheid - Recht op teruggave - Terugwerkende kracht
Als gevolg van het arrest nr. 48/2012 van 22 maart 2012 heeft de decreetgever de regeling inzake de meeneembaarheid van de registratierechten opnieuw gewijzigd bij decreet van 13 juli 2012. In zijn arrest nr. 48/2016 van 24 maart 2016 oordeelt het Hof dat art. 31 van dat decreet op discriminerende wijze afbreuk doet aan het rechtszekerheidsbeginsel, omdat het terugwerkende kracht verleent aan art. 27 tot 29 van hetzelfde decreet. De decreetgever beoogde immers niet de regeling van de meeneembaarheid retroactief aan te passen aan het arrest nr. 48/2012, maar voerde een daarvan afwijkende regeling in. De rechtsgevolgen van dat arrest vormen evenwel een inherent onderdeel van de rechtsorde, die slechts onder strikte voorwaarden - waaraan niet is voldaan - retroactief kan worden gewijzigd.