Strafrecht - Seksisme - Wettigheidsbeginsel - Vrijheid van meningsuiting - Bijzonder opzet

Met arrest nr. 72/2016 van 25 mei 2016 vernietigt het Grondwettelijk Hof het woord «essentiellement» in de Franse versie van art. 2 van de wet van 22 mei 2014 ter bestrijding van seksisme in de openbare ruimte en tot aanpassing van de wet van 10 mei 2007 ter bestrijding van discriminatie teneinde de daad van discriminatie te bestraffen, aangezien dat woord in de Nederlandse tekst geen equivalent heeft. Voor het overige verwerpt het Hof de grieven van de verzoekende partijen, afgeleid uit het strafrechtelijk wettigheidsbeginsel, de vrijheid van meningsuiting en het gelijkheidsbeginsel, onder voorbehoud evenwel dat art. 2 van de seksismewet aldus wordt geïnterpreteerd dat het bestaan van een misdrijf niet wordt aangenomen vanaf het ogenblik dat de materiële elementen ervan aanwezig zijn. Het staat aan de vervolgende partij om het bestaan van een bijzonder opzet te bewijzen. Het uiten van meningen in het algemeen over de plaats en de rol van vrouwen en mannen in de samenleving valt niet onder de toepassing van de betrokken wet.

p 1680 | 72/2016 | | Grondwettelijk Hof