Huwelijksvermogensrecht - Vereffening-verdeling - Overgangsrecht - Wilsautonomie

Art. 1, 3°, van art. 3 («overgangsbepalingen») en art. 47 van art. 4 («opheffings en wijzigingsbepalingen») van de wet van 14 juli 1976 betreffende de wederzijdse rechten en verplichtingen van echtgenoten en de huwelijksvermogensstelsels impliceren dat het vroegere art. 1471 BW van toepassing is op de echtgenoten die, vóór de inwerkingtreding van de wet van 14 juli 1976, het bij huwelijkscontract vastgelegde stelsel van scheiding van goederen met gemeenschap van aanwinsten hadden aangenomen. Dat artikel bepaalde dat, bij vereffening-verdeling, de vooruitnemingen van de vrouw worden gedaan vóór die van de man. In arrest nr. 74/2016 van 25 mei 2016 oordeelt het Grondwettelijk Hof dat de voormelde bepalingen, die de wilsautonomie van de partijen eerbiedigen, art. 10 en 11 Gw. niet schenden.

p 1680 | 74/2016 | | Grondwettelijk Hof