Bevoegdheid en aanleg - Huurgeschillen - Handelaars - Rechtbank van koophandel - Rechtbank van eerste aanleg

In het arrest nr. 76/2016 van 25 mei 2016 oordeelt het Grondwettelijk Hof, in antwoord op een prejudiciƫle vraag, dat art. 577 Ger.W., gewijzigd bij de wet van 26 maart 2014, geen schending inhoudt van art. 10 en 11 van de Gw. Die bepaling ontzegt de in een huurgeschil betrokken handelaar niet het recht op toegang tot de rechter. Dat recht omvat niet het recht van de handelaar op een rechter naar zijn keuze. Het behoort tot de beoordelingsbevoegdheid van de wetgever om te beslissen welke rechter het meest geschikt is om een bepaalde soort van geschillen te beslechten. Het enkele gegeven dat de wetgever de geschillen inzake huur, met inbegrip van huurgeschillen tussen handelaars, aan een andere rechter dan de rechtbank van koophandel heeft toevertrouwd, doet niet op onevenredige wijze afbreuk aan de rechten van de betrokken handelaars.

p 1680 | 76/2016 | | Grondwettelijk Hof