Strafvordering - Verjaring - Schorsing - Bijkomende onderzoekshandelingen - Temporeel toepassingsgebied nieuwe schorsingsregels

In een arrest van 15 september 2015 (AR nr. P.14.1189.N) oordeelde het Hof van Cassatie dat de nieuwe regeling betreffende de schorsing van de verjaring van de strafvordering, zoals ingevoerd door art. 7 van de wet van 14 januari 2013 tot aanvulling van art. 24 Voorafgaande Titel Sv., niet van toepassing is op feiten die werden gepleegd vóór 2 september 2003. Op vóór 2 september 2003 gepleegde feiten is volgens het Hof van Cassatie uitsluitend de schorsingsregeling van art. 24 Voorafgaande Titel Sv. van toepassing, zoals die gold in de versie sinds de wijziging bij de wet van 11 december 1998 (de zgn. «Securitaswet», die ingevolge art. 5 van de wet van 16 juli 2002 en vooral art. 33 Programmawet van 5 augustus 2003 van toepassing bleef op feiten die vóór die datum werden gepleegd). Aan de regel dat procedurewetten, waaronder verjaringswetten, in beginsel onmiddellijk van toepassing zijn op hangende zaken waarin de strafvordering nog niet is verjaard, wordt derhalve een belangrijke nuancering aangebracht.

p 279 | P.14.1189.N | | Hof van Cassatie