Mede-eigendom - Onverdeeldheid - Vertrek mede-eigenaar - Woonvergoeding

In arrest nr. 97/2016 van 16 juni 2016 oordeelt het Grondwettelijk Hof dat art. 577 2, § 3 en § 5, eerste lid BW geen schending inhoudt van art. 10, 11 en 16 Gw., gelezen in samenhang met art. 14 EVRM en met art. 1 van het Eerste Aanvullend Protocol bij het EVRM. Deze bepaling werd aan het Hof voorgelegd in de interpretatie dat de mede eigenaar die de betrokken woning exclusief bewoont na het vertrek van de andere mede eigenaar, aan hem een woonvergoeding verschuldigd is ten belope van diens aandeel in de opbrengstwaarde van de woning, ook al is de mede eigenaar die de woning blijft bewonen niet verantwoordelijk voor dat vertrek en ook al heeft hij er geen controle over.

p 120 | 97/2016 | | Grondwettelijk Hof