Arbeidsrecht - Onderscheid arbeiders-bedienden - Opzeggingstermijn - Publieke sector

In het arrest nr. 101/2016 van 30 juni 2016 oordeelt het Grondwettelijk Hof dat art. 63 Arbeidsovereenkomsten, gelezen in samenhang met art. 38, 2°, van de wet van 26 december 2013 betreffende de invoering van een eenheidsstatuut tussen arbeiders en bedienden inzake de opzeggingstermijnen en de carenzdag en begeleidende maatregelen, art. 10 en 11 Gw. schendt in zoverre het van toepassing is op arbeiders in de publieke sector, wanneer het ontslag plaatsvindt na 31 maart 2014. Het voormelde art. 63 is, door toedoen van CAO nr. 109, vanaf 1 april 2014 niet langer van toepassing in de private sector. In afwachting van het optreden van de wetgever komt het aan de rechtscolleges toe, met toepassing van het algemene verbintenissenrecht, de rechten van alle werknemers in de publieke sector bij een kennelijk onredelijk ontslag zonder discriminatie te vrijwaren, waarbij zij zich in voorkomend geval kunnen laten leiden door de CAO nr. 109.

p 120 | 101/2016 | | Grondwettelijk Hof