Onderzoeksgerecht - Kamer van inbeschuldigingstelling - Zuivering van nietigheden - Eerlijk proces

In het arrest nr. 102/2016 van 30 juni 2016 oordeelt het Grondwettelijk Hof dat art. 235bis, § 6, voorlaatste zin, Sv. geen schending inhoudt van art. 10 en 11 van de Gw., gelezen in samenhang met artikel 6 EVRM en met het algemeen rechtsbeginsel van de rechten van verdediging. De procedure tot zuivering van het dossier van nietigheden is op tegenspraak. De kamer van inbeschuldigingstelling kan de inzage en het gebruik van nietig verklaarde stukken uitsluiten, zelfs wanneer die voor de inverdenkinggestelde bewijselementen à décharge bevatten, maar enkel in zoverre dit verenigbaar is met het recht op een eerlijk proces en met het recht van verdediging.

p 120 | 102/206 | | Grondwettelijk Hof