Onteigening - Gedeeltelijke onteigening - Aankoopverplichting overblijvende deel - Waardevermindering - Vergoeding

In arrest nr. 109/2016 van 14 juli 2016 oordeelt het Grondwettelijk Hof dat art. 51 van de wet van 16 september 1807 betreffende het droogleggen van moerassen geen schending inhoudt van art. 10, 11 en 16 Gw., gelezen in samenhang met art. 1 van het Eerste Aanvullend Protocol bij het EVRM, in zoverre het bepaalt dat de eigenaar van een huis of gebouw dat het voorwerp uitmaakt van een gedeeltelijke onteigening aan de onteigenende overheid kan vragen het overblijvende deel van het onroerend goed te verwerven en het zo wordt geïnterpreteerd dat hij wordt vergoed ten belope van de aankoopwaarde van het na de gedeeltelijke onteigening overblijven deel, terwijl de eigenaar wiens bebouwde eigendom volledig wordt onteigend op grond van andere regels, een volledige onteigeningsvergoeding ontvangt. De waardevermindering van het niet-onteigende deel ten gevolge van de onteigening moet reeds vervat zitten in de onteigeningsvergoeding die hij voor het onteigende deel heeft ontvangen.

p 160 | 109/2016 | | Grondwettelijk Hof