Tuchtrecht - Bedrijfsrevisor - Hoger beroep tegen beslissing Tuchtcommissie - Wapengelijkheid

In arrest nr. 122/2016 van 22 september 2016 oordeelt het Grondwettelijk Hof dat art. 64, § 1, eerste lid en § 2 van de wet van 22 juli 1953 houdende oprichting van een Instituut van de Bedrijfsrevisoren en organisatie van het publiek toezicht op het beroep van bedrijfsrevisor, gecoördineerd op 30 april 2007, strijdig is met art. 10 en 11 Gw., al dan niet in samenhang gelezen met art. 6.1 EVRM en art. 14, eerste lid IVBPR, doordat de Raad van het Instituut van de Bedrijfsrevisoren na het verstrijken van de wettelijke beroepstermijn die voor de betrokken bedrijfsrevisor dertig dagen vanaf de betekening van de beslissing van de Tuchtcommissie bedraagt, alsnog binnen een wettelijke beroepstermijn van veertig dagen vanaf de betekening van de voormelde beslissing een beperkt principaal hoger beroep kan instellen. Aldus wordt de wapengelijkheid geschonden.

p 320 | 122/2016 | | Grondwettelijk Hof