Bevoegdheid en aanleg - Familierechtbank - Vrederechter - Vordering inzake levensonderhoud - Leefloon

In het arrest nr. 142/2016 van 17 november 2016 oordeelt het Grondwettelijk Hof dat art. 572bis, 7° en art. 591, 14° Ger.W. art. 10 en 11 Gw. niet schenden in zoverre zij de vordering inzake levensonderhoud aan de vrederechter toewijzen indien zij aan het leefloon is gerelateerd, terwijl zij dezelfde vordering aan de familierechtbank toewijzen indien zij niet aan het leefloon is gerelateerd. Het enkele gegeven dat de wetgever de vorderingen inzake levensonderhoud aan verschillende rechters heeft toevertrouwd naargelang de onderhoudsverplichting al dan niet aan het leefloon is gerelateerd, doet niet op onevenredige wijze afbreuk aan de rechten van de betrokken personen. Het recht op toegang tot de rechter omvat niet het recht op een rechter naar zijn keuze.

p 720 | 142/2016 | | Grondwettelijk Hof