Strafvordering tegen rechtspersoon - Lasthebber ad hoc - Kosten en erelonen - Advocaat - Juridische tweedelijnsbijstand

In het arrest nr. 143/2016 van 17 november 2016 oordeelt het Grondwettelijk Hof dat art. 2bis Voorafgaande Titel Sv. art. 10 en 11 Gw., gelezen in samenhang met art. 6.3, c) EVRM, niet schendt, maar dat de ontstentenis van een mechanisme dat een tenlasteneming mogelijk maakt van de kosten en erelonen van de lasthebber ad hoc die met toepassing van die bepaling is aangewezen wanneer de rechtspersoon die hij vertegenwoordigt insolvabel is, dezelfde bepalingen wel schendt. Art. 508/1 en art. 508/13 Ger.W. schenden art. 10 en 11 Gw., gelezen in samenhang met art. 6.3, c) EVRM, in zoverre zij de strafrechtelijk vervolgde rechtspersoon die over onvoldoende inkomsten beschikt uitsluiten van juridische tweedelijnsbijstand.

p 720 | 143/2016 | | Grondwettelijk Hof