Nationaliteit - Nationaliteitsverklaring - Negatief advies - Gewichtige feiten - Sociale fraude - Fiscale fraude

In arrest nr. 85/2016 van 2 juni 2016 acht het Grondwettelijk Hof het redelijk verantwoord dat de wetgever, voor de omschrijving van de begrippen «sociale fraude» en «fiscale fraude» in het Wetboek van de Belgische Nationaliteit, verwijst naar de omschrijving die voor dezelfde begrippen wordt gebruikt in respectievelijk de sociale en de fiscale wetgeving. Het is eveneens redelijk verantwoord dat de rechter die de gegrondheid van een negatief advies van de procureur des Konings moet beoordelen, op grond van art. 1, § 2, eerste lid, 4°, d), van het Wetboek van de Belgische Nationaliteit, niet de vrijheid wordt gelaten om te oordelen of de feiten die aan de strafrechtelijke veroordeling ten grondslag liggen als «gewichtige feiten eigen aan de persoon» moeten worden aangemerkt.