Kruispuntbank van ondernemingen - Onvolledige inschrijving - Niet-ontvankelijkheid vordering

In het arrest nr. 160/2016 van 14 december 2016 oordeelt het Grondwettelijk Hof dat art. III.26, ยง 2 WER geen schending inhoudt van art. 10 en 11 Gw., gelezen in samenhang met art. 6.1 EVRM, doordat het de onderneming die een rechtsvordering baseert op een activiteit waarvoor zij op het ogenblik van de inleiding niet is ingeschreven in de Kruispuntbank van Ondernemingen, de sanctie van niet-ontvankelijkheid van de vordering oplegt, zonder mogelijkheid tot regularisatie tijdens het geding. Rekening houdend met de doelstelling ervan (bestrijden van oneerlijke concurrentie), doet die maatregel niet op onevenredige wijze afbreuk aan het recht op toegang tot de rechter.

p 920 | 160/2016 | | Grondwettelijk Hof