Ruimtelijke ordening - Planschade - Planschadevergoeding - Stedenbouwkundig beleid

In het arrest nr. 164/2016 van 22 december 2016 oordeelt het Grondwettelijk Hof dat art. 2.6.1, § 3, eerste lid, 2° Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening art. 10, 11 en 16 Gw. schendt, gelezen in samenhang gelezen met art. 1 van het Eerste Aanvullend Protocol bij het EVRM, in de interpretatie dat bij het onderzoek of het perceel de dag voorafgaand aan de inwerkingtreding van het definitieve ruimtelijk uitvoeringsplan “stedenbouwkundig” in aanmerking komt voor bebouwing, ook rekening wordt gehouden met “het stedenbouwkundig beleid”, zoals dat blijkt uit de structuurplannen en uit het vergunningenbeleid van het bestuur. Dit zou immers afbreuk doen aan de bindende en verordenende bestemmingsvoorschriften en aan de rechtmatige verwachtingen die de eigenaar daaraan kan ontlenen.

p 920 | 164/2016 | | Grondwettelijk Hof