Bevoegdheid en aanleg – Bedrag van de aanleg – Vrederechter – Wetswijziging – Onmiddellijke toepassing

In het arrest nr. 166/2016 van 22 december 2016 oordeelt het Grondwettelijk Hof dat art. 3 Ger.W. geen schending inhoudt van art. 10 en 11 Gw., in zoverre het tot gevolg heeft dat een wet die het bedrag van de aanleg wijzigt, onmiddellijk van toepassing is op de vonnissen die na de datum van inwerkingtreding van die wet door een vrederechter zijn gewezen, zonder dat rekening wordt gehouden met de datum van het inleiden van de zaak voor de eerste rechter of met de datum van het instellen van de vorderingen die voor hem zijn geformuleerd en die bepalend zijn voor de berekening van dat bedrag. In burgerrechtelijke geschillen bestaat er geen algemeen beginsel dat het recht op een dubbele aanleg waarborgt.

p 1040 | 166/2016 | | Grondwettelijk Hof