Gerechtskosten – Rechtsplegingsvergoeding – Afstand van geding – Vermindering of vrijstelling

In arrest nr. 8/2017 van 25 januari 2017 oordeelt het Grondwettelijk Hof dat art. 1022 Ger.W., aldus geïnterpreteerd dat het van toepassing is op het geval van afstand van geding, geen schending inhoudt van art. 10 en 11 Gw. In die interpretatie kan de afstanddoende partij, net zoals de partij die in het ongelijk is gesteld, de rechter verzoeken het bedrag van de rechtsplegingsvergoeding te verminderen, of zelfs haar vrij te stellen van de betaling ervan, zodat het verschil in behandeling tussen de twee categorieën onbestaande is. De interpretatie volgens welk art. 1022 Ger.W. niet van toepassing zou zijn op een afstand van geding, gaat uit van een kennelijk onjuiste veronderstelling.